Vertaling van tonen

Inhoud:

Nederlands
Engels
tonen {ww.}
to show

wij tonen
jullie tonen
zij tonen

we show
you show
they show
» meer vervoegingen van to show

Laat me je iets tonen.
Let me show you something.
Tom wil je iets tonen.
Tom wants to show you something.
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
to show 
to manifest 
to display 
to demonstrate 
to point out
to indicate 

wij tonen
jullie tonen
zij tonen

we show
you show
they show
» meer vervoegingen van to show

Ik zal je de stad laten zien.
I will show you around the city.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
I will show you some pictures.
intonatie [v], toon (mv. tonen) {zn.}
strain 
style 
tone 
indiceren, aanduiden, aangeven, tonen {ww.}
to indicate
to argue

wij tonen
jullie tonen
zij tonen

we indicate
you indicate
they indicate
» meer vervoegingen van to indicate

Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
Is it possible to indicate a date on which a language came into life? "What a question!" you will be inclined to say. And yet such a date exists: the 26th of July, the…
tentoonspreiden, getuigen, tonen {ww.}
to show

wij tonen
jullie tonen
zij tonen

we show
you show
they show
» meer vervoegingen van to show

Ik wil je iets tonen.
I want to show you something.
Ik wou het je tonen.
I wanted to show it to you.
eruitzien, zien, kijken, tonen, ogen {ww.}
to look
to seem
to appear

wij tonen
jullie tonen
zij tonen

we look
you look
they look
» meer vervoegingen van to look

Moet je die rook zien.
Look at that smoke.
Moet je dat hoge gebouw zien.
Look at that tall building.
klankkleur [m] (de ~), timbre [o] (het ~), geluid [o] (het ~), toon [m] (de ~) {zn.}
tone
timber
timbre
quality
toon [m] (de ~) {zn.}
short letter
line
note
billet
toon (mv. tonen), accent {zn.}
accent
emphasis


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik wil je iets tonen.

I want to show you something.

Laat me je iets tonen.

Let me show you something.

Ik wou het je tonen.

I wanted to show it to you.

Tom wil je iets tonen.

Tom wants to show you something.

Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.

I'll show you my new car.

Kom hier. Ik zal je iets tonen.

Come here. I'll show you something.

Ik wou hen mijn waardering tonen.

I wanted to show them my appreciation.

Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.

I will show you my new car.

Kun je me de weg naar de bushalte tonen?

Could you show me the way to the bus stop?

Zult ge mij tonen wat ge gisteren gekocht hebt?

Will you show me what you bought yesterday?

Als je me volgt zal ik je de weg naar het ziekenhuis tonen.

If you follow me, I'll show you the way to the hospital.

In Engeland vroeg de kelner ons: hoeveel bier wilt ge? Een halve "pint" of een "pint"? Omdat we niet wisten hoeveel dat dan wel was, vroegen we hem de glazen te tonen.

In England the waiter asked us: how much beer would you like? A half pint, or a pint? Because we still didn't know how much that was, we asked him to show us the glasses.