Vertaling van traag
Inhoud:
Nederlands
Engels
langzaam, traag {bn.}
slow
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Opa spreekt heel traag.
Grandfather speaks very slowly.
Tom stapt traag.
Tom walks slowly.
Hoe traag zijt ge toch!
How slow you are!
Ik wandelde zo traag als ik kon.
I walked as slowly as I could.