Vertaling van treuzelen
Inhoud:
Nederlands
Engels
treuzelen, dralen, dreutelen, lijmen, lijntrekken, neutelen, talmen, tutten, beiden, teuten {ww.}
to linger
to dawdle
to dawdle
wij treuzelen
jullie treuzelen
zij treuzelen
we linger
you linger
they linger
» meer vervoegingen van to linger
wij treuzelen
jullie treuzelen
zij treuzelen
we delay
you delay
they delay
» meer vervoegingen van to delay