Vertaling van troost
Inhoud:
Nederlands
Engels
troost , balsem, opbeuring, soelaas , vertroosting, solaas {zn.}
consolation
solace
comfort
solace
comfort
ik troost
jij troost
hij/zij/het troost
I comfort
you comfort
he/she/it comforts
» meer vervoegingen van to comfort
Mary probeerde Tom te troosten.
Mary tried to comfort Tom.
troosten, vertroosten {ww.}
to comfort
to soothe
to solace
to console
to soothe
to solace
to console
ik troost
jij troost
hij/zij/het troost
I comfort
you comfort
he/she/it comforts
» meer vervoegingen van to comfort
tevredenstellen, troosten, vergenoegen {ww.}
to like
ik troost
jij troost
hij/zij/het troost
I like
you like
he/she/it likes
» meer vervoegingen van to like