Vertaling van tuit
Inhoud:
Nederlands
Engels
tuit, mondstuk, sproeier {zn.}
stem
prow
fore
bow
jet
nozzle
prow
fore
bow
jet
nozzle
tuit, schenktuit {zn.}
spout
brommen, gonzen, razen, snorren, suizelen, suizen, tuiten, zoemen {ww.}
to whir
to hum
to zoom
to buzz
to hum
to zoom
to buzz
ik tuit
jij tuit
hij/zij/het tuit
I whir
you whir
he/she/it whirs
» meer vervoegingen van to whir
schenkrand, schenktuit, tuit {zn.}
spout
tuiten {ww.}
to prim
tuien {ww.}
to guy
jij tuit
hij/zij/het tuit
you guy
he/she/it guys
» meer vervoegingen van to guy