Vertaling van twee keer
Voorbeelden in zinsverband
Ik moet twee keer overstappen.
I have to change buses two times.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
I have been to Kyoto twice.
Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.
I have seen "Star Wars" twice.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
I've been to Kyoto twice.
Hij verdient twee keer zoveel als ik.
He earns twice as much as me.
We hadden vandaag twee keer loos alarm.
Today, we had two false alarms.
Mijn zus heeft twee keer per week pianoles.
My sister takes piano lessons twice a week.
Je bent twee keer zo sterk dan ik.
You are twice as strong as I.
Ik heb twee keer zoveel boeken gelezen als hij.
I have read twice as many books as he has.
Het magazine komt twee keer per maand uit.
The magazine is issued twice a month.
Deze doos is twee keer zo groot als die daar.
This box is twice as large as that one.
Hij is twee keer zo oud als ik.
He is twice as old as I am.
Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen.
You should brush your teeth at least twice a day.
Hij is twee keer zo zwaar als zijn vrouw.
He is twice as heavy as his wife.
Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.
Twice a week the gardener would come to mow the grass, so I could never lie and read in the long grass.