Vertaling van tweetal

Inhoud:

Nederlands
Engels
duo [o], koppel, paar, stel, tweetal {zn.}
pair 
Ik kocht een paar laarzen.
I bought a pair of boots.
Tom bewaart een extra paar schoenen in de achterbak van zijn auto.
Tom keeps an extra pair of shoes in the trunk of his car.
duo [o], stelletje [o], koppel, paar, span, stel, tweetal {zn.}
couple 
pair 
Het paar besloot een wees te adopteren.
The couple decided to adopt an orphan.
Mag ik een paar vragen stellen?
May I ask a couple of questions?
tweetal [o] (het ~), koppel [o] (het ~), twee {zn.}
pair
brace


Gerelateerd aan tweetal

duo - koppel - paar - stel - stelletje - span - tweeaantal