Vertaling van tweewieler

Inhoud:

Nederlands
Engels
tweewieler [m] (de ~), fiets [m] (de ~), rijwiel [o] (het ~), zwijntje [o], velo, stalen ros {zn.}
bicycle 
bike 
cycle 
Mijn fiets is gestolen.
My bike is stolen.
Is dit jouw fiets?
Is this your bike?
fiets [m] (de ~), rijwiel [o] (het ~), tweewieler [m], zwijntje [o], velo, stalen ros {zn.}
bicycle 
bike 
cycle 
wheel
Is deze fiets van jou?
Is this bike yours?
Ken wil een fiets.
Ken wants a bicycle.


Gerelateerd aan tweewieler

fiets - rijwiel - zwijntje - velo - stalen rosvoertuig - fietsframe