Vertaling van uit elkaar houden

Inhoud:

Nederlands
Engels
onderscheid maken, uit elkaar houden {ww.}
to distinguish
to differentiate


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Tom kon de tweeling niet uit elkaar houden.

Tom couldn't tell the two twins apart.

Ik kan hem en zijn broer niet uit elkaar houden.

I can't tell him from his brother.


Gerelateerd aan uit elkaar houden

onderscheid maken