Vertaling van uitbroeden
Inhoud:
Nederlands
Engels
uitbroeden {ww.}
to hatch
to hatch out
to hatch out
ik zal uitbroeden
jij zult uitbroeden
hij/zij/het zal uitbroeden
I will hatch
you will hatch
he/she/it will hatch
» meer vervoegingen van to hatch
uitbroeden {ww.}
to incubate
to cover
to hatch
to brood
to cover
to hatch
to brood
ik zal uitbroeden
jij zult uitbroeden
hij/zij/het zal uitbroeden
I will incubate
you will incubate
he/she/it will incubate
» meer vervoegingen van to incubate
brouwen, peinzen, zinnen, beramen, uitbroeden {ww.}
to plan
ik zal uitbroeden
jij zult uitbroeden
hij/zij/het zal uitbroeden
I will plan
you will plan
he/she/it will plan
» meer vervoegingen van to plan