Vertaling van uitdoen
to get rid of
ik zal uitdoen
jij zult uitdoen
hij/zij/het zal uitdoen
I will remove
you will remove
he/she/it will remove
» meer vervoegingen van to remove
ik zal uitdoen
jij zult uitdoen
hij/zij/het zal uitdoen
I will quench
you will quench
he/she/it will quench
» meer vervoegingen van to quench
to turn out
to switch off
to cut
ik zal uitdoen
jij zult uitdoen
hij/zij/het zal uitdoen
I will cut
you will cut
he/she/it will cut
» meer vervoegingen van to cut
ik zal uitdoen
jij zult uitdoen
hij/zij/het zal uitdoen
I will lay
you will lay
he/she/it will lay
» meer vervoegingen van to lay
to grub out
to wipe away
Voorbeelden in zinsverband
Kan je het licht uitdoen?
Could you turn off the lights?
Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?
Do I have to take off my shoes here?
Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.
You had better turn off the light before you go to sleep.