Vertaling van uitgaan
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will quit
you will quit
he/she/it will quit
» meer vervoegingen van to quit
to top
to pass
to overstep
to go past
to exceed
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will transcend
you will transcend
he/she/it will transcend
» meer vervoegingen van to transcend
to leave
to get out
to exit
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will leave
you will leave
he/she/it will leave
» meer vervoegingen van to leave
to organize
to coordinate
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will organize
you will organize
he/she/it will organize
» meer vervoegingen van to organize
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will finish
you will finish
he/she/it will finish
» meer vervoegingen van to finish
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will expire
you will expire
he/she/it will expire
» meer vervoegingen van to expire
to establish
to found
to base
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will ground
you will ground
he/she/it will ground
» meer vervoegingen van to ground
to terminate
ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
I will end
you will end
he/she/it will end
» meer vervoegingen van to end
ik zal uitgaan
ik zal uitgaan
Voorbeelden in zinsverband
Laten we uitgaan.
Let's go out.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
I'd rather not go out this evening.
Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.
I can't go out, because I was injured a week ago in an accident.