Vertaling van uitgeput
Inhoud:
Nederlands
Engels
uitgeput, op {bn.}
finished
op, uitgeput, uitverkocht {bn.}
exhausted
used up
used up
uitputten, putten uit {ww.}
to use up
to exhaust
to exhaust
ik heb uitgeput
jij hebt uitgeput
hij/zij/het heeft uitgeput
I have exhausted
you have exhausted
he/she/it has exhausted
» meer vervoegingen van to exhaust
afgebrand, afgedraaid, afgemat, afgepeigerd, bekaf, doodmoe, doodop, doodvermoeid, geradbraakt, hondsmoe, knock-out, leeg, opgebrand, pompaf, total loss, uitgeblust, uitgekakt, uitgepoept, uitgescheten, uitgeteld, kapot, uitgeput, gebroken, op {bn.}
dog-tired
exhausted
fagged
fatigued
played out
spent
washed-out
worn out
worn-out
exhausted
fagged
fatigued
played out
spent
washed-out
worn out
worn-out
uitputten, onttrekken, uitmergelen {ww.}
to wash up
to tucker out
to exhaust
to tucker
to beat
to tucker out
to exhaust
to tucker
to beat
ik heb uitgeput
jij hebt uitgeput
hij/zij/het heeft uitgeput
I have exhausted
you have exhausted
he/she/it has exhausted
» meer vervoegingen van to exhaust
slopen, nekken, uitputten {ww.}
to wash up
to tucker out
to exhaust
to tucker
to beat
to tucker out
to exhaust
to tucker
to beat
ik heb uitgeput
jij hebt uitgeput
hij/zij/het heeft uitgeput
I have exhausted
you have exhausted
he/she/it has exhausted
» meer vervoegingen van to exhaust
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ik ben uitgeput.
I'm exhausted.
Hij was uitgeput toen hij thuis kwam.
He was exhausted when he got home.