Vertaling van uitgesteld

Inhoud:

Nederlands
Engels
uitgesteld {bn.}
postponed
aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven {ww.}
to postpone 
to put off
to shelve
to procrastinate 
to defer
to adjourn 
to delay 

ik heb uitgesteld
jij hebt uitgesteld
hij/zij/het heeft uitgesteld

I have postponed
you have postponed
he/she/it has postponed
» meer vervoegingen van to postpone

Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
I will postpone my trip to Scotland until it is warmer.
opschorten, schorsen, uitstellen {ww.}
to postpone 
to hold in abeyance

ik heb uitgesteld
jij hebt uitgesteld
hij/zij/het heeft uitgesteld

I have postponed
you have postponed
he/she/it has postponed
» meer vervoegingen van to postpone

uitstellen, opschuiven, verschuiven, aanhouden, vertragen {ww.}
to postpone
to table
to shelve
to set back
to remit
to put over
to put off
to prorogue
to hold over
to defer

ik heb uitgesteld
jij hebt uitgesteld
hij/zij/het heeft uitgesteld

I have postponed
you have postponed
he/she/it has postponed
» meer vervoegingen van to postpone



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ze heeft haar reis naar Mexico uitgesteld.

She put off going to Mexico.

Ze heeft haar reis naar Mexico uitgesteld.

She postponed her trip to Mexico.

We hebben de datum van de vergadering uitgesteld.

We advanced the date of the meeting.


Gerelateerd aan uitgesteld

aanhouden - uitstellen - verdagen - verschuiven - opschorten - schorsen - opschuiven - vertragenlaten