Vertaling van uitgewerkt

Inhoud:

Nederlands
Engels
effect sorteren, uitwerking hebben, werken, uitwerken {ww.}
to work 
to affect
to be efficacious
to avail 
to impinge
to impact
to have effect
to be effective
to act 

ik heb uitgewerkt
jij hebt uitgewerkt
hij/zij/het heeft uitgewerkt

I have worked
you have worked
he/she/it has worked
» meer vervoegingen van to work

Laat ons werken.
Let's work.
Een mens moet werken.
A man must work.
afwerken, uitwerken {ww.}
to perfect 
to elaborate
to work out
to develop 
to finish 

ik heb uitgewerkt
jij hebt uitgewerkt
hij/zij/het heeft uitgewerkt

I have perfected
you have perfected
he/she/it has perfected
» meer vervoegingen van to perfect

ten gevolge hebben, tot gevolg hebben, uitwerken {ww.}
to cause 
to lead to
to bring about

ik heb uitgewerkt
jij hebt uitgewerkt
hij/zij/het heeft uitgewerkt

I have caused
you have caused
he/she/it has caused
» meer vervoegingen van to cause

uitwerken, uitgewerkt {ww.}
to work out
to elaborate

ik heb uitgewerkt
jij hebt uitgewerkt
hij/zij/het heeft uitgewerkt

I have elaborated
you have elaborated
he/she/it has elaborated
» meer vervoegingen van to elaborate

uitwerken {ww.}
to wear thin
to wear out
to wear down
to wear off
to wear

ik heb uitgewerkt
jij hebt uitgewerkt
hij/zij/het heeft uitgewerkt

I have worn
you have worn
he/she/it has worn
» meer vervoegingen van to wear

uitwerken {ww.}
to reckon
to work out
to figure
to cypher
to compute
to cipher
to calculate

ik heb uitgewerkt
jij hebt uitgewerkt
hij/zij/het heeft uitgewerkt

I have reckoned
you have reckoned
he/she/it has reckoned
» meer vervoegingen van to reckon

uitwerken, uitsnijden {ww.}
to cut out