Vertaling van uitkomen

Inhoud:

Nederlands
Engels
uitkomen {ww.}
to come out
opdagen, opdraven, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen {ww.}
to appear 
to come into sight
to materialize
to perform 
to emerge 

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will appear
you will appear
he/she/it will appear
» meer vervoegingen van to appear

Er zijn mensen in de wereld die zo'n honger hebben, dat God alleen in de vorm van brood aan hen kan verschijnen.
There are people in the world so hungry, that God cannot appear to them except in the form of bread.
uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden {ww.}
to go out
to quit 
to leave 
to emerge 
to alight
to exit 

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will quit
you will quit
he/she/it will quit
» meer vervoegingen van to quit

Laten we uitgaan.
Let's go out.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
I'd rather not go out this evening.
ontluiken, ontspruiten, uitkomen {ww.}
to sprout
to bud

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will bud
you will bud
he/she/it will bud
» meer vervoegingen van to bud

gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen, betamen {ww.}
to fit 
to suit 
to comply 
to be suitable
to be appropriate

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will fit
you will fit
he/she/it will fit
» meer vervoegingen van to fit

Deze schoenen passen niet.
These shoes don't fit my feet.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Your shoes do not go with the suit.
naar buiten komen, optreden, stelling nemen, uitkomen {ww.}
to advance 

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will advance
you will advance
he/she/it will advance
» meer vervoegingen van to advance

bewaarheid worden, uitkomen {ww.}
to come true
to come to pass
Ik hoop dat al je dromen uitkomen, op één na, zodat je steeds iets hebt om na te streven.
I hope all but one of your dreams come true, so you always have something to strive for.
afsteken, uitkomen {ww.}
to stand out
to highlight 
to stick out
to bevel

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will bevel
you will bevel
he/she/it will bevel
» meer vervoegingen van to bevel

resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien {ww.}
to result 
to amount 

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

I will result
you will result
he/she/it will result
» meer vervoegingen van to result