Vertaling van uitkrijgen
Inhoud:
Nederlands
Engels
uitkrijgen {ww.}
to pull out
to get out
to get out
afdoen, afleggen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken {ww.}
ik zal uitkrijgen
jij zult uitkrijgen
hij/zij/het zal uitkrijgen
I will lay
you will lay
he/she/it will lay
» meer vervoegingen van to lay
Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?
Do I have to take off my shoes here?
Het is de bedoeling dat we onze schoenen uittrekken aan de ingang.
We are supposed to take off our shoes at the entrance.
ik zal uitkrijgen
jij zult uitkrijgen
hij/zij/het zal uitkrijgen
I will read
you will read
he/she/it will read
» meer vervoegingen van to read
uitlezen, uitkrijgen {ww.}
to terminate
to stop
to end
to finish
to cease
to stop
to end
to finish
to cease
ik zal uitkrijgen
jij zult uitkrijgen
hij/zij/het zal uitkrijgen
I will terminate
you will terminate
he/she/it will terminate
» meer vervoegingen van to terminate