Vertaling van uitpakken

Inhoud:

Nederlands
Engels
uitpakken {ww.}
to unpack

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken

I will unpack
you will unpack
he/she/it will unpack
» meer vervoegingen van to unpack

uitpakken {ww.}
to unpack
to take out

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken

I will unpack
you will unpack
he/she/it will unpack
» meer vervoegingen van to unpack

uitpakken {ww.}
to unpack
to take out

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken

I will unpack
you will unpack
he/she/it will unpack
» meer vervoegingen van to unpack

pronken, uitpakken {ww.}
to swank
to show off
to flaunt
to ostentate
to flash

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken

I will flaunt
you will flaunt
he/she/it will flaunt
» meer vervoegingen van to flaunt

uitdraaien, uitlopen, uitpakken, vallen, uitmonden, resulteren, uitvallen, leiden, bekomen {ww.}
to result
to ensue

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken

I will result
you will result
he/she/it will result
» meer vervoegingen van to result

fulmineren, opspelen, uitpakken, uitschieten, uitvallen, uitvliegen, uitvaren, uithalen {ww.}
to rail
to fulminate

ik zal uitpakken
jij zult uitpakken
hij/zij/het zal uitpakken

I will rail
you will rail
he/she/it will rail
» meer vervoegingen van to rail