Vertaling van uitschelden
Inhoud:
Nederlands
Engels
uitschelden {ww.}
to call names
uitschelden, stijfvloeken, uitfoeteren, uitjouwen, uitkafferen, uitketteren, uitveteren {ww.}
to shout
to blackguard
to clapperclaw
to abuse
to blackguard
to clapperclaw
to abuse
ik zal uitschelden
jij zult uitschelden
hij/zij/het zal uitschelden
I will clapperclaw
you will clapperclaw
he/she/it will clapperclaw
» meer vervoegingen van to clapperclaw
beledigen, grieven, krenken, verongelijken, uitschelden {ww.}
ik zal uitschelden
jij zult uitschelden
hij/zij/het zal uitschelden
I will affront
you will affront
he/she/it will affront
» meer vervoegingen van to affront