Vertaling van uitschieten
Inhoud:
Nederlands
Engels
uitschieten {ww.}
to squall
uitschieten {ww.}
to move reflexively
to move involuntarily
to move involuntarily
ik zal uitschieten
jij zult uitschieten
hij/zij/het zal uitschieten
I will burgeon
you will burgeon
he/she/it will burgeon
» meer vervoegingen van to burgeon
uitdoen, uitschieten {ww.}
to take off
Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?
Do I have to take off my shoes here?
uitlopen, uitschieten, schieten {ww.}
to shoot
to spud
to sprout
to pullulate
to germinate
to burgeon forth
to bourgeon
to spud
to sprout
to pullulate
to germinate
to burgeon forth
to bourgeon
ik zal uitschieten
jij zult uitschieten
hij/zij/het zal uitschieten
I will shoot
you will shoot
he/she/it will shoot
» meer vervoegingen van to shoot
Hij was bang dat je op hem ging schieten.
He was scared you would shoot him.
fulmineren, opspelen, uitpakken, uitschieten, uitvallen, uitvliegen, uitvaren, uithalen {ww.}
to rail
to fulminate
to fulminate
ik zal uitschieten
jij zult uitschieten
hij/zij/het zal uitschieten
I will rail
you will rail
he/she/it will rail
» meer vervoegingen van to rail