Vertaling van uitsparen
Inhoud:
Nederlands
Engels
ik zal uitsparen
jij zult uitsparen
hij/zij/het zal uitsparen
I will save
you will save
he/she/it will save
» meer vervoegingen van to save
Zijn levensdoel is geld te sparen.
His aim in life is to save money.
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.
You should always save money for a rainy day.
besparen, uitsparen, sparen {ww.}
to husband
to economise
to economize
to conserve
to economise
to economize
to conserve
ik zal uitsparen
jij zult uitsparen
hij/zij/het zal uitsparen
I will husband
you will husband
he/she/it will husband
» meer vervoegingen van to husband