Vertaling van uitspatten
Inhoud:
Nederlands
Engels
uitspatten {ww.}
to live it up
aan de rol zijn, brassen, boemelen, slempen, uitspatten, zwijnen {ww.}
to wallow
to revel
to revel
ik zal uitspatten
jij zult uitspatten
hij/zij/het zal uitspatten
I will wallow
you will wallow
he/she/it will wallow
» meer vervoegingen van to wallow
uiteenspringen, uiteenspatten, uitspatten, knallen {ww.}
to burst
to split
to break open
to split
to break open
ik zal uitspatten
jij zult uitspatten
hij/zij/het zal uitspatten
I will burst
you will burst
he/she/it will burst
» meer vervoegingen van to burst