Vertaling van uitspelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
gooien, keilen, uitspelen, werpen {ww.}
to toss
to cast 
to pitch 
to throw 

ik zal uitspelen
jij zult uitspelen
hij/zij/het zal uitspelen

I will toss
you will toss
he/she/it will toss
» meer vervoegingen van to toss

uitspelen, opspelen {ww.}
to play

ik zal uitspelen
jij zult uitspelen
hij/zij/het zal uitspelen

I will play
you will play
he/she/it will play
» meer vervoegingen van to play



Gerelateerd aan uitspelen

gooien - keilen - werpen - opspeleninbrengen