Vertaling van uitspreken
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will articulate
you will articulate
he/she/it will articulate
» meer vervoegingen van to articulate
to say
to pronounce
to enunciate
to enounce
to articulate
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will say
you will say
he/she/it will say
» meer vervoegingen van to say
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will express
you will express
he/she/it will express
» meer vervoegingen van to express
to polish off
to eat up
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will finish
you will finish
he/she/it will finish
» meer vervoegingen van to finish
to hold
to adjudge
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will declare
you will declare
he/she/it will declare
» meer vervoegingen van to declare
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will voice
you will voice
he/she/it will voice
» meer vervoegingen van to voice
to phrase
to formulate
to give voice
to articulate
ik zal uitspreken
jij zult uitspreken
hij/zij/het zal uitspreken
I will word
you will word
he/she/it will word
» meer vervoegingen van to word