Vertaling van uitstrekken
Inhoud:
Nederlands
Engels
ophouden, rekken, strekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken {ww.}
ik zal uitstrekken
jij zult uitstrekken
hij/zij/het zal uitstrekken
I will spread
you will spread
he/she/it will spread
» meer vervoegingen van to spread
uitstrekken, reiken {ww.}
to stretch along
to stretch
to stretch
oprekken, uitstrekken, uitrekken, rekken {ww.}
to stretch
strekken, uitstrekken, valideren, vigeren, gelden {ww.}
to go for
to hold
to apply
to hold
to apply
ik zal uitstrekken
jij zult uitstrekken
hij/zij/het zal uitstrekken
I will hold
you will hold
he/she/it will hold
» meer vervoegingen van to hold