Vertaling van vaardig
Inhoud:
Nederlands
Engels
afvaardigen, delegeren {ww.}
to appoint
to delegate
to delegate
ik vaardig af
I appoint
» meer vervoegingen van to appoint
afvaardigen, deputeren, tot afgevaardigde kiezen {ww.}
to deputize
to depute
to depute
ik vaardig af
I deputize
» meer vervoegingen van to deputize
ik vaardig uit
I proclaim
» meer vervoegingen van to proclaim
ik vaardig uit
I promulgate
» meer vervoegingen van to promulgate
bedreven, behendig, geverseerd, habiel, routineus, vaardig, vergevorderd, doorkneed, knap {bn.}
adept
expert
good
practiced
proficient
skilful
skillful
expert
good
practiced
proficient
skilful
skillful
afvaardigen, deputeren, gedeputeerd, delegeren {ww.}
to designate
to delegate
to depute
to assign
to delegate
to depute
to assign
ik vaardig af
I designate
» meer vervoegingen van to designate
uitvaardigen {ww.}
to issue
ik vaardig uit
I issue
» meer vervoegingen van to issue