Vertaling van vanuit
Voorbeelden in zinsverband
Hij belde me vanuit Tokyo.
He called me up from Tokyo.
Het schip vervoert grondstoffen vanuit Indonesië.
The ship transports raw materials from Indonesia.
Ze belde me op vanuit Tokyo.
She called me up from Tokyo.
Ik ben naar Japan gekomen vanuit China.
I came to Japan from China.
Hij is net vanuit het buitenland terug.
He just returned from abroad.
We konden de zonsondergang vanuit ons raam zien.
We were able to see the sunset from our window.
Vanuit de ruimte lijkt de Aarde tamelijk klein.
From space, the earth looks quite small.
Vanuit de verte gezien zag het eruit als een menselijk gezicht.
Seen from a distance, it looked like a human face.
Vanuit de verte gezien zag het eiland eruit als een wolk.
Viewed from a distance, the island looked like a cloud.
Vanuit de verte gezien ziet de heuvel eruit als een olifant.
Seen from a distance, the hill looks like an elephant.
Het lijkt onmogelijk te zijn om een obsessieve neurose van een intense liefde te onderscheiden vanuit een biochemisch perspectief.
It seems that it's impossible to distinguish an obsessional neurosis from an intense love from a biochemical perspective.
De jongen vond het leuk om eieren naar mensen te gooien vanuit het raam van zijn flat.
The boy liked throwing eggs at people from the window of his flat.
We moeten dit resultaat dan ook vanuit dit oogpunt bekijken.
This is the perspective from which we should view this outcome.
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
From the corridor, you can reach the living room, the kitchen, and the toilet, or you can take the stairs upstairs, where the bedrooms and the bathroom are.