Vertaling van vasthechten
Inhoud:
Nederlands
Engels
vasthechten, bevestigen, hechten, vastmaken, vastzetten {ww.}
to attach
ik zal vasthechten
jij zult vasthechten
hij/zij/het zal vasthechten
I will attach
you will attach
he/she/it will attach
» meer vervoegingen van to attach