Vertaling van vastzetten

Inhoud:

Nederlands
Engels
vastzetten {ww.}
to remand
to put away
to put behind bars
to jug
to lag
to jail
to incarcerate
to imprison
to immure
to gaol

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will remand
you will remand
he/she/it will remand
» meer vervoegingen van to remand

vastzetten, vastleggen {ww.}
to put
to invest
to place
to commit

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will put
you will put
he/she/it will put
» meer vervoegingen van to put

vastzetten, hechten {ww.}
to stick to
to stick
to hold fast
to bond
to bind
to adhere

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will stick
you will stick
he/she/it will stick
» meer vervoegingen van to stick

bevestigen, vastmaken, vastzetten, verstevigen {ww.}
to consolidate
to firm 
to clinch 
to secure 
to fix 
to fasten
to affix

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will consolidate
you will consolidate
he/she/it will consolidate
» meer vervoegingen van to consolidate

vastzetten {ww.}
to pin

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will pin
you will pin
he/she/it will pin
» meer vervoegingen van to pin

blokkeren, vastzetten {ww.}
to freeze 
to bar 
to corner 
to block 

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will freeze
you will freeze
he/she/it will freeze
» meer vervoegingen van to freeze

vasthechten, bevestigen, hechten, vastmaken, vastzetten {ww.}
to attach

ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten

I will attach
you will attach
he/she/it will attach
» meer vervoegingen van to attach



Gerelateerd aan vastzetten

vastleggen - hechten - bevestigen - vastmaken - verstevigen - blokkeren - vasthechtenopsluiten - beleggen - vastraken - belemmeren - veranderen