Vertaling van verblijf

Inhoud:

Nederlands

Engels

verblijf, verblijfplaats {zn.}

abode

oponthoud [o], verblijf {zn.}

stay

Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.

I met her during my stay in Mexico.

blijven, overblijven, resten, resteren, toeven, verblijven {ww.}

to stay
to keep
to remain
to stop
to rest
to abide
to stay over

ik verblijf

Ik zal daar blijven.

I will stay there.

Hij kan niet lang blijven.

He can't stay long.

verblijfplaats [m] (de ~), onderkomen [o] (het ~), verblijf [o] (het ~) {zn.}

residence
abode

séjour, verblijf [o] (het ~), oponthoud {zn.}

stay

verblijven, huizen {ww.}

to bide
to stay
to abide

ik verblijf

Nederlands

Engels

Ik verblijf bij mijn oom in Tokio.

I am staying with my uncle in Tokyo.

Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.

I met her during my stay in Mexico.