Vertaling van verblijven

Inhoud:

Nederlands

Engels

verblijven, huizen {ww.}

to bide
to stay
to abide

wij verblijven
jullie verblijven
zij verblijven

we bide
you bide
they bide
» meer vervoegingen van to bide

blijven, overblijven, resten, resteren, toeven, verblijven {ww.}

to stay
to keep
to remain
to stop
to rest
to abide
to stay over

wij verblijven
jullie verblijven
zij verblijven

we stay
you stay
they stay
» meer vervoegingen van to stay

Ik zal daar blijven.

I will stay there.

Hij kan niet lang blijven.

He can't stay long.

oponthoud [o], verblijf (mv. verblijven) {zn.}

stay

Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.

I met her during my stay in Mexico.

verblijf (mv. verblijven), verblijfplaats {zn.}

abode

verblijfplaats [m] (de ~), onderkomen [o] (het ~), verblijf [o] (het ~) {zn.}

residence
abode

séjour, verblijf (mv. verblijven) [o] (het ~), oponthoud {zn.}

stay