Vertaling van verloofde
Inhoud:
Nederlands
Engels
verloofde , aanstaande {zn.}
coming
advent
advent
Ze spreekt vaak met haar verloofde.
She often speaks with her fiancé.
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Her fiancé gave her a very big ring.
U mag nu de bruid kussen.
You may now kiss the bride.
Ze is gekleed als een bruid.
She is dressed like a bride.
verloven, engageren {ww.}
to plight
to betroth
to engage
to affiance
to betroth
to engage
to affiance
ik verloofde
jij verloofde
hij/zij/het verloofde
I plighted
you plighted
he/she/it plighted
» meer vervoegingen van to plight
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ze spreekt vaak met haar verloofde.
She often speaks with her fiancé.
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Her fiancé gave her a very big ring.