Vertaling van verwijl

Inhoud:

Nederlands

Engels

plakken, resideren, verblijf houden, vertoeven, wijlen, verwijlen {ww.}

to stay
to linger
to remain
to abide

ik verwijl

uitstel [o] (het ~), opschorting [v] (de ~), prorogatie, respijt [o] (het ~), temporisatie, verlet, verwijl, verschuiving [v] (de ~) {zn.}

deferral
postponement
deferment

pozen, toeven, vertoeven, verwijlen, zijn, zitten, bevinden, wezen, ophouden, verkeren, uithangen {ww.}

to be

ik verwijl

Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.

Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.

Laat ons eerlijk zijn.

Let's be honest.