Vertaling van vissen met een net

Inhoud:

Nederlands
Engels
vissen met een net {ww.}
to fish with a net
vissen {ww.}
to fish 
to angle 

wij vissen
jullie vissen
zij vissen

we fish
you fish
they fish
» meer vervoegingen van to fish

Zij kunnen vissen.
They can fish.
Hij houdt van vissen.
He loves to fish.
hengelen, vissen {ww.}
to fish with a line

wij vissen

exploreren, nagaan, onderzoeken, uitvissen, uitzoeken, vorsen {ww.}
to examine
to explore 
to investigate
to research 
to prospect 
to survey 
to study 

wij vissen uit
jullie vissen uit
zij vissen uit

we examine
you examine
they examine
» meer vervoegingen van to examine

vissen {ww.}
to fish

wij vissen
jullie vissen
zij vissen

we fish
you fish
they fish
» meer vervoegingen van to fish

Zij houdt erg van vissen.
She loves to fish.
Vissen leven in het water.
Fish live in the water.
vissen {ww.}
to slant
to weight
to angle

wij vissen
jullie vissen
zij vissen

we weight
you weight
they weight
» meer vervoegingen van to weight

vissen {ww.}
to angle
to slant
to weight

wij vissen
jullie vissen
zij vissen

we angle
you angle
they angle
» meer vervoegingen van to angle

hengelen, vissen {ww.}
to slant
to weight
to angle

wij vissen
jullie vissen
zij vissen

we weight
you weight
they weight
» meer vervoegingen van to weight

opvissen {ww.}
to dredge

wij vissen op
jullie vissen op
zij vissen op

we dredge
you dredge
they dredge
» meer vervoegingen van to dredge

uitzoeken, napluizen, navlooien, uitdokteren, uitplussen, uitpuzzelen, uitvissen, uitvlooien, uitvogelen, uitvorsen, vorsen {ww.}
to work out
to work
to solve
to puzzle out
to lick
to figure out

wij vissen uit
jullie vissen uit
zij vissen uit

we work
you work
they work
» meer vervoegingen van to work

opdiepen, opvissen {ww.}
to excavate
to turn up
to dig up

wij vissen op
jullie vissen op
zij vissen op

we excavate
you excavate
they excavate
» meer vervoegingen van to excavate