Vertaling van vlerken

Inhoud:

Nederlands
Engels
hand [m] (de ~), fikken [m] (de ~), jat, tengels [m] (de ~), klauw [m] (de ~), klauwen, klavier, klavieren, kluif, knijper, poten, vlerken, poot [m] (de ~), fik [m] (de ~), tengel {zn.}
hand
paw
mitt
manus
Ze liepen hand in hand.
They went hand in hand.
De hand van Jan is rein.
John's hand is clean.
vleugel [m] (de ~), wiek [m] (de ~), vlerk [m] (de ~) {zn.}
wing
De vogel had een gebroken vleugel.
The bird had a broken wing.
deugniet [m] (de ~), aap, apekop, apenkop, bengel [m] (de ~), boef [m] (de ~), doerak [m] (de ~), dondersteen [m] (de ~), donderstraal, lorejas, nietdeug, rakker [m] (de ~), rekel [m] (de ~), schavuit [m] (de ~), schobbejak [m] (de ~), stouterd [m] (de ~), stouterik [m] (de ~), vlegel [m] (de ~), blaag [m] (de ~), kapoen [m] (de ~), ondeugd [m] (de ~), schooier [m] (de ~), vlerk [m] (de ~), belhamel [m] (de ~) {zn.}
monkey
scamp
scallywag
scalawag
rascal
rapscallion
imp
Hé, kijk, een driekoppige aap!
Hey, look, a three-headed monkey!
Een aap beklimt een hoge boom.
A monkey is climbing up a tall tree.


Gerelateerd aan vlerken

hand - fikken - jat - tengels - klauw - klauwen - klavier - klavieren - kluif - knijper - poten - poot - fik - tengel - vleugellichaamsdeel - ding - middenhand - handwortel - oog