Vertaling van voltrekken

Inhoud:

Nederlands

Engels

nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken {ww.}

to abide
to abide by
to meet
to execute
to exercise
to fulfil
to perform
to observe
to keep
to achieve
to accomplish

wij voltrekken
jullie voltrekken
zij voltrekken

we meet
you meet
they meet
» meer vervoegingen van to meet

executeren, voltrekken {ww.}

to pass off
to take place
to occur
to pass
to happen
to hap
to go on
to fall out
to come about

wij voltrekken
jullie voltrekken
zij voltrekken

we occur
you occur
they occur
» meer vervoegingen van to occur

plaatsvinden, plaatsgrijpen, plaatshebben, spelen, voltrekken {ww.}

to transpire

wij voltrekken
jullie voltrekken
zij voltrekken

we transpire
you transpire
they transpire
» meer vervoegingen van to transpire