Vertaling van voor-

Inhoud:

Nederlands
Engels
voor-
advance 
fore-
alvorens, alvorens te, eer, aleer, voor, vooraleer {vw.}
before 
previous to
aan, jegens, met, om, op, te, tot, voor, in {vz.}
at 
by 
on 
upon 
over 
frons [v], geul, groef, rimpel, voor, vore, zog {zn.}
wrinkle 
furrow 
tot, voor, binnen {vz.}
until 
till 
pending
unto 
aan, bij, naar, tegen, tot, voor, op {vz.}
toward 
towards 
for 
to 
at 
voor {vz.}
before 
in front of
to 
above 
ahead of
voor, ten behoeve van {vz.}
for 
in order to
to 
a 
door, uit, vanwege, voor, wegens, met, om {vz.}
because of
for 
for sake of
on account of
owing to
through 
at 
aanmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden {ww.}
to prepare 
to work up

ik bereid voor
jij bereidt voor

I prepare
you prepare
» meer vervoegingen van to prepare

Je moet je voorbereiden op de toekomst.
You should prepare for the future.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
You need not prepare a formal speech.
voorbereiden, prepareren, voorbereidend {ww.}
to prepare
to set up
to set
to ready
to gear up
to fix

ik bereid voor
jij bereidt voor

I prepare
you prepare
» meer vervoegingen van to prepare

voorbereiden {ww.}
to prepare

ik bereid voor
jij bereidt voor

I prepare
you prepare
» meer vervoegingen van to prepare



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

"Voor hoeveel personen?" "Voor drie."

"For how many?" "Three."

Eén voor allen, allen voor één.

One for all, all for one.

Wees aardig voor anderen.

Be kind to others.

Zorg goed voor jezelf.

Take care.

Bedankt voor de uitleg.

Thanks for the explanation.

Bedankt voor de uitnodiging.

Thanks for the invitation.

Hij vertolkte voor mij.

He interpreted for me.

Ze vochten voor godsdienstvrijheid.

They fought for freedom of religion.

Ze vechten voor vrijheid.

They are struggling for freedom.

Ga voor hulp.

Go for help.

Wees aardig voor anderen.

Please be kind to others.

Ze kookt voor hem.

She cooks for him.

Bedankt voor het bellen.

Thank you for calling.

De klok loopt voor.

The clock is fast.

Ik werk voor jullie.

I work for you.


Gerelateerd aan voor-

alvorens - alvorens te - eer - aleer - voor - vooraleer - aan - jegens - met - om - op - te - tot - in - fronsverrichten - inlichten - voorbereiden