Vertaling van voordoen
to evidence
to certify
to demonstrate
to attest
ik zal voordoen
jij zult voordoen
hij/zij/het zal voordoen
I will manifest
you will manifest
he/she/it will manifest
» meer vervoegingen van to manifest
ik zal voordoen
jij zult voordoen
hij/zij/het zal voordoen
I will place
you will place
he/she/it will place
» meer vervoegingen van to place
to act as
to act
ik zal voordoen
jij zult voordoen
hij/zij/het zal voordoen
I will play
you will play
he/she/it will play
» meer vervoegingen van to play
to befall
to bechance
ik zal voordoen
jij zult voordoen
hij/zij/het zal voordoen
I will happen
you will happen
he/she/it will happen
» meer vervoegingen van to happen
Voorbeelden in zinsverband
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Earthquakes may occur at any moment.
Er kan zich een bepaald probleem voordoen.
A certain problem may come about.