Vertaling van voorschotelen
Inhoud:
Nederlands
Engels
opdienen, opdoen, voorschotelen, voorzetten, opdissen, serveren {ww.}
to serve up
to serve
to dish out
to dish up
to dish
to serve
to dish out
to dish up
to dish
ik zal voorschotelen
jij zult voorschotelen
hij/zij/het zal voorschotelen
I will serve
you will serve
he/she/it will serve
» meer vervoegingen van to serve