Vertaling van voorspreken
Inhoud:
Nederlands
Engels
voorspreken {ww.}
to plead for
to intercede
to intercede
ik zal voorspreken
jij zult voorspreken
hij/zij/het zal voorspreken
I will intercede
you will intercede
he/she/it will intercede
» meer vervoegingen van to intercede
voorspreken {ww.}
to speak for