Vertaling van vragen

Inhoud:

Nederlands
Engels
vragen {ww.}
to ask 
to inquire

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we ask
you ask
they ask
» meer vervoegingen van to ask

Laten we Tom vragen.
Let's ask Tom.
Mag ik je iets vragen?
Can I ask you a question?
vragen {ww.}
to ask

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we ask
you ask
they ask
» meer vervoegingen van to ask

Mag ik vragen hoe u heet?
May I ask your name?
Mag ik je iets vragen?
May I ask you a question?
vragen {ww.}
to demand

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we demand
you demand
they demand
» meer vervoegingen van to demand

vragen, bieden {ww.}
to call
to bid

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we call
you call
they call
» meer vervoegingen van to call

inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen {ww.}
to ask 
to ask for
to apply for
to seek 
to apply 
to request 
to bid 
to beg 

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we ask
you ask
they ask
» meer vervoegingen van to ask

Waarom vragen we hem niet om advies?
Why don't we ask for his advice?
Aarzel niet om raad te vragen.
Don't hesitate to ask for advice.
vragen {ww.}
to request
to call for
to quest
to bespeak

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we request
you request
they request
» meer vervoegingen van to request

inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
to invite 

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we invite
you invite
they invite
» meer vervoegingen van to invite

kwestie [v], vraag (mv. vragen) [v] {zn.}
question 
inquiry 
issue 
point 
query
inquiry 
aanvraag [v], aanzoek [o], verzoek, vraag (mv. vragen) [v] {zn.}
request 
application 
appeal 
bid 
petition
plea
inviteren, nodigen, vragen, noden, uitnodigen {ww.}
to call for
to invite

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we invite
you invite
they invite
» meer vervoegingen van to invite

inviteren, nodigen, vragen, noden, uitnodigen {ww.}
to call for
to invite

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

we invite
you invite
they invite
» meer vervoegingen van to invite

opgave [m] (de ~), opgaaf, vraag [m] (de ~), opdracht [m] (de ~) {zn.}
exercise
example
kwestie [v] (de ~), vraagstuk [o] (het ~), vraag [m] (de ~), probleem [o] (het ~) {zn.}
question
head
Goeie vraag.
That's a good question.
Ik heb een vraag.
I've got a question.
vraag [m] (de ~) {zn.}
inquiring
questioning
kooplust [m] (de ~), belangstelling, vraag (mv. vragen) [m] (de ~) {zn.}
demand


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Laten we Tom vragen.

Let's ask Tom.

Heeft u nog vragen?

Do you have any further questions?

Ga hulp vragen.

Go get help.

Mag ik je iets vragen?

Can I ask you a question?

Bob kan alle vragen beantwoorden.

Bob can answer all the questions.

Moet ik alle vragen beantwoorden?

Do I have to answer all of the questions?

Mag ik je iets vragen?

May I ask you a question?

Mag ik je iets vragen?

Do you mind if I ask you a question?

We vragen ons af waarom.

We wonder why.

Mag ik je iets vragen?

Might I ask you a question?

Ik kon alle vragen beantwoorden.

I was able to answer all the questions.

Waarom vragen we hem niet om advies?

Why don't we ask for his advice?

Ik zal je vandaag verder niets vragen.

I won't ask you anything else today.

Hij stelde enige vragen over het wiskundeproefwerk.

He asked me some questions about the math test.

Ik zou twee vragen willen stellen.

I would like to ask two questions.