Vertaling van vrij
to make love
ik vrij
I woo
» meer vervoegingen van to woo
to caress
ik vrij
I fondle
» meer vervoegingen van to fondle
to sleep with
to hump
to have sex
to be intimate
to sleep together
to roll in the hay
to make love
to lie with
to get it on
to fuck
to eff
to do it
to bonk
to jazz
to know
to get laid
to love
to have a go at it
to make out
to have intercourse
to screw
to have it away
to have it off
to bang
ik vrij
I bed
» meer vervoegingen van to bed
Voorbeelden in zinsverband
Je bent vrij goed.
You're pretty good.
We zijn vrij!
We are free!
Ik neem morgenmiddag vrij.
I'm taking tomorrow afternoon off.
Het is vrij koud.
It's pretty cold.
Ik ben vrij!
I'm free!
Ik ben deze nacht vrij.
I'm free tonight.
Ben je vrij dit weekend?
Are you free this weekend?
Zaterdag is mijn vader vrij.
Saturday is when my father is free.
Ik ben vrij op zondag.
I'm free on Sunday.
Tom neemt een paar dagen vrij.
Tom is taking a few days off.
Hij heeft een week vrij genomen.
He took a week off.
De Japanse economie ontwikkelde zich vrij snel.
The Japanese economy developed rapidly.
Tom is een vrij goede snowboarder.
Tom is a pretty good snowboarder.
Hou volgende weeg zaterdagmiddag vrij, alsjeblieft.
Please leave next Saturday afternoon free.
Mijn vader heeft vrij op zaterdag.
My dad's free on Saturday.