Vertaling van vrouwelijk
Inhoud:
Nederlands
Engels
vrouwelijk {bn.}
uxorial
wifelike
wifely
wifelike
wifely
vrouwelijk {bn.}
female
vrouwelijk, feminien {bn.}
feminine
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.
I have three dogs. One is male and the other two are female.
Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.
Only 16 percent of the teachers of this school are female.