Vertaling van vruchteloos
Inhoud:
Nederlands
Engels
bar, onvruchtbaar, vruchteloos {bn.}
barren
onvruchtbaar, vruchteloos {bn.}
futile
zinloos, doelloos, nutteloos, ondienstig, onnut, vergeefs, vruchteloos, zinledig, verloren, tevergeefs {bn.}
unfruitful