Vertaling van vruchten
Inhoud:
Nederlands
Engels
Hij verkoopt fruit.
He sells fruit.
Ze zijn dol op fruit.
They are fond of fruit.
De vrucht is zoet.
The fruit tastes sweet.
Zijn onderzoek droeg uiteindelijk vrucht.
His research bore fruit in the end.
vrucht {zn.}
embryo
fertilized egg
conceptus
fertilized egg
conceptus
oogst, rendement , vrucht , opbrengst {zn.}
profit
profits
net profit
net income
net
lucre
earnings
profits
net profit
net income
net
lucre
earnings
zaadbol, vrucht {zn.}
fruit
vrucht {zn.}
edible fruit
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ik eet vruchten omdat ik honger heb.
I eat fruits because I am hungry.
Ik eet vruchten omdat ik honger heb.
I'm eating fruits because I'm hungry.
Aan de vruchten kent men de boom.
A tree is known by its fruit.
Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.
Your research will surely bear fruit.
Wiskundigen zijn dichters, alleen moeten ze de vruchten van hun fantasie ook nog bewijzen.
Mathematicians are poets, except that they have to prove what their fantasy creates.