Vertaling van vuur
ik vuur
I shoot
» meer vervoegingen van to shoot
to discharge
ik vuur
I fire
» meer vervoegingen van to fire
Voorbeelden in zinsverband
Het vuur is uitgegaan.
The fire is out.
Dood het met vuur!
Kill it with fire!
Waar rook is, is vuur.
No smoke without fire.
Vergeet niet het vuur uit te doen.
Don't forget to put out the fire.
De kolen gloeide in het vuur.
The coal was glowing in the fire.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
A burnt child fears the fire.
Maar uiteindelijk zette hij het boek op het vuur.
But in the end he put the book on the fire.
Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen.
It's dangerous to play around the fire.
We haastten ons in de richting van het vuur.
We raced toward the fire.
Ik tel tot drie, en dan vuur ik!
I will count to three, and then I will fire!
Omdat het koud was, hebben we een vuur gemaakt.
Since it was cold, we made a fire.
Omdat het koud was, hebben we een vuur gemaakt.
It being cold, we made a fire.
De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.
Man is the only fire-using animal.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
Not again! Look at those two kissing. They've really got the hots for each other. I can't watch this any more.
Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.
It seemed the quarrel would finally be talked out, when Mark added fuel to the fire by bringing up the question of who was guilty.