Vertaling van wankelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
wankelen, waggelen {ww.}
to teeter
to totter
to seesaw

wij wankelen
jullie wankelen
zij wankelen

we teeter
you teeter
they teeter
» meer vervoegingen van to teeter

waggelen, wankelen, wiebelen, zwichten {ww.}
to wobble 
to totter
to vacillate
to stagger
to rock 
to falter
to waver
to hesitate

wij wankelen
jullie wankelen
zij wankelen

we wobble
you wobble
they wobble
» meer vervoegingen van to wobble

strompelen, waggelen, wankelen {ww.}
to wobble
to toddle
to waddle
to totter
to falter
to stumble

wij wankelen
jullie wankelen
zij wankelen

we wobble
you wobble
they wobble
» meer vervoegingen van to wobble

wankelen, wiebelen, zwijmelen {ww.}
to wamble
to waggle

wij wankelen
jullie wankelen
zij wankelen

we waggle
you waggle
they waggle
» meer vervoegingen van to waggle

twijfelen, wankelen {ww.}
to doubt

wij wankelen
jullie wankelen
zij wankelen

we doubt
you doubt
they doubt
» meer vervoegingen van to doubt



Gerelateerd aan wankelen

waggelen - wiebelen - zwichten - strompelen - zwijmelen - twijfelengaan - bewegen - weifelen