Vertaling van wasgoed

Inhoud:

Nederlands
Engels
wasgoed [o] (het ~), was [m] (de ~) {zn.}
wash
laundry
washing
washables
Die man heeft m'n wasgoed gestolen.
That man stole my laundry.
Was je handen.
Wash your hands.


Gerelateerd aan wasgoed

wasweefsel