Vertaling van wassen
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
we rise
you rise
they rise
» meer vervoegingen van to rise
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
we wash
you wash
they wash
» meer vervoegingen van to wash
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
we wash
you wash
they wash
» meer vervoegingen van to wash
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
we rise
you rise
they rise
» meer vervoegingen van to rise
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
we mix
you mix
they mix
» meer vervoegingen van to mix
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
we grow
you grow
they grow
» meer vervoegingen van to grow
Voorbeelden in zinsverband
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Give me a cut, wash and dry please.
Ik ga mijn auto wassen.
I'm going to wash my car.
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Cut, wash and dry, please.
Kleren wassen is mijn taak.
Washing clothes is my work.
Je moet je handen wassen.
You need to wash your hands.
Ze wou de vuile kleren wassen.
She wanted to wash the dirty clothes.
Ik moet een boel wassen in het weekend.
Over the weekend I have a lot to wash.
De man die de auto aan het wassen is, is meneer Jones.
The man washing the car is Mr. Jones.
Ik betaalde mijn zoon vijf dollar om mijn auto te wassen.
I paid my son 5 dollars to wash my car.
De jongen die de auto aan het wassen is is mijn broer.
The boy washing the car is my brother.
Op het labeltje aan mijn sjaal staat: "Binnenstebuiten wassen en strijken." Ik vraag me af hoe ik dat moet doen.
The label on my scarf it says, "Wash and iron inside out." I wonder how I'm supposed to do that.