Vertaling van wat voor
what sort of
what sort of
what a
what kind
ik bereid voor
jij bereidt voor
I prepare
you prepare
» meer vervoegingen van to prepare
to set up
to set
to ready
to gear up
to fix
ik bereid voor
jij bereidt voor
I prepare
you prepare
» meer vervoegingen van to prepare
ik bereid voor
jij bereidt voor
I prepare
you prepare
» meer vervoegingen van to prepare
Voorbeelden in zinsverband
Wat voor een oppervlakkig antwoord!
What a superficial answer!
Wat voor ziekte heb ik?
What illness do I have?
Wat voor soort broodje wil je?
What kind of sandwich do you want?
"Wat voor gevoel?" vroeg de winkelier.
"What kind of feeling?" the shopkeeper asked.
Wat voor programma's zijn er op?
What's on the air this evening?
Wat voor soort fruit wil je?
What kind of fruit do you want?
Wat voor soort software gebruikt Tom gewoonlijk?
What kind of software does Tom usually use?
Wat voor spel denk je dat dit is?
What kind of game do you think this is?
Wat voor een vraag is dat? Verwacht je echt dat ik daar antwoord op geef?
What kind of question is that? Do you really expect me to answer that?